In tegenstelling tot de mannen trokken de vrouwen woensdagvoormiddag hun koers op gang in aankomstplaats Schoten. “Het ging voor mezelf niet meteen heel vlot en er was behoorlijk wat rumoer in het peloton, met ook veel valpartijen”, vertelt Hengeveld. “Na 100 km was er een aanval en ik probeerde mee te gaan. Ik zat in het 5e wiel en deed er alles aan om mee rond te draaien in de hoop weg te blijven. Maar plotseling zat ik helemaal alleen, hoewel er iemand van Canyon//SRAM en iemand van BikeExchange in dat groepje zat. Ik dacht, ik rijd nu maar en zie wel als ze me terugpakken.”
Dat gebeurde uiteindelijk ook op 10 km van de meet. “In de volgwagen riepen ze maar dat ik moest blijven gaan. Ik keek eens stiekem achterom en zag een groot gat. Ik had zoveel zin om dit te doen. Ik heb er alles uitgehaald, mijn benen waren verzuurd tot achter mijn oren. Ik was zo op dat ik in de finale zelfs geen rol meer kon spelen voor mijn ploegmaats. Het is jammer maar ook niet erg. Ik ben 18 en kan lekker fietsen. Het hoeft nog allemaal niet zo nodig. Het is wel sneu dat er nu zo weinig koersen zijn voor kleinere teams als Krush Tunap, dat beperkt mijn aantal koersdagen. Maar sowieso ga ik blijven aanvallen in de komende wedstrijden, dan lukt het op keer wel eens om wél voor het peloton te blijven.”
Vrije rol
Dat het een pittige koers was, hoeft niet gezegd. De modderspatten kleurden in de mixed zone het gezicht van Hengeveld. “De wind speelde wel een rol”, geeft ze aan. “In de grote lus zat die vaak op de zijkant en moest ik geregeld harken om erbij te blijven. In de lokale ronden was het bijna constant wind op kop of wind in de rug. Daardoor bleef heel het pak eigenlijk de hele wedstrijd bijeen. Dat ik zelf toch weg kon rijden, had te maken met het feit dat er net op dat moment heel wat bochtjes waren. Toen ik op de kasseistrook werd gegrepen, waren DSM en BikeExchange al treintjes aan het vormen voor de sprint. Dan had ik geen kans meer.”
Voor een 18-jarige is dit toch een topprestatie. “Ik heb een vrije rol en kan lekker spelen op de fiets. Er is niemand die iets verwacht van mij en er zijn geen ploegen die mij in het oog houden. Dan kan je al eens zo’n aanval opzetten. Erg fijn dat ik me op die manier in de picture heb kunnen zetten”, beseft de Nederlandse.
Europees kampioene
Hengeveld begon op de weg, maar als nieuwelinge nam ze er de baan bij. Met succes, want zowel in haar 1e jaar als in haar 2e jaar bij de junioren pakte ze medailles op de Europese baankampioenschappen: goud in de Afvalkoers (Gent 2019) en brons in de Puntenkoers en Afvalkoers (Fiorenzuola 2020). “In het 1e jaar werd ik Europees kampioene”, bevestigt Hengeveld. “Ik vind de baan gewoon leuk. Ik denk dat ik mijn kracht net uit dat plezier haal. Dat voelde ik ook tijdens deze Scheldeprijs. Ik zit in een mooi team en dat draagt bij tot betere prestaties, denk ik. Enerzijds moet ik misschien naar een grotere ploeg kijken om de echte topklassiekers te kunnen rijden, maar misschien is het daar nog te vroeg voor. Dat weet ik niet zo goed.”
Hengeveld staat te boek als een toptalent, maar hoe ziet ze dat zelf? “Dat is natuurlijk lastig te zeggen over jezelf”, grijnst ze. “Ik denk dat ik gewoon in een heel goeie lichting zit en dat je door het koersen tegen sterke meiden automatisch naar een hoger niveau groeit. Als je kijkt naar wat Shirin van Anrooij, Ilse Pluimers en Sofie van Rooijen al gepresteerd hebben, daar kan je je alleen maar aan optrekken.”
bron: https://wielerverhaal.com/2021/04/08/nootdorps-toptalent-18-toont-meeste-lef-in-1e-scheldeprijs-voor-vrouwen-verzuurd-tot-achter-mijn-oren/?fbclid=IwAR1AUdZth1uxMxbXgzxx2IfYyTCSKCbTEruWWzkKnpzRke_9Z0g_AbIkSAk